Opinie van de Week: Schot tegen de paal was geen trauma voor Rob Rensenbrink zelf

Lex Muller is al tientallen jaren bekend als sportjournalist, werkte 20 jaar bij het Algemeen Dagblad. Later bij de televisie. Bezocht WK's en EK's vanaf 1974. Door de wol geverfd heet dat. Wekelijks maakt Lex een column voor Voetbalflitsen, waarin hij zijn mening geeft over datgene wat er in de Eredivisie gebeurt. 

Zijn schot tegen de paal leefde voort als het trauma van het WK in Argentinië. Zeker niet direct na de verloren finale, maar wonderlijk genoeg pas later en ook nimmer bij Rob Rensenbrink zelf. Hij was zich van geen kwaad bewust en nam zich dat ene moment nog geen seconde kwalijk. In de herinnering was het Nederlands elftal nimmer zo dichtbij de wereldtitel. Maar vergeet dan niet de teen van de Spaanse doelman Iker Casillas tegen de bal van Arjan Robben in 2010.

Terug naar 25 juni 1978, een vrij frisse middag in Buenos Aires. De eindstrijd van het WK in het River Plate-stadion zal beklijven als een estafette van provocaties, een vuile finale, geheel in de grimmige sfeer van de dictatuur in het omstreden Argentinië. Op bijna alle shirts van vooral de Nederlandse internationals kleeft bloed. Met voetbal heeft de oorlog op het veld niets te maken.

René van de Kerkhof draagt na de eerste wedstrijd tegen Iran een manchet om de gebroken rechterhand. Speciaal overgevlogen uit Nederland. Geen scheidsrechter fronst de wenkbrauwen, maar het lukt Daniel Passarella zowaar de arbiter van dienst in de finale, de Italiaan Sergio Gonella, op te hitsen om niet eerder af te trappen, alvorens de gipsen bescherming af te keuren en te verbieden.

Rensenbrink verweet zichelf niets

Het bewust uitgelokte opstootje en oponthoud duurt minimaal een kwartier en haalt de Nederlanders voor een deel uit hun concentratie. Supervisor Ernst Happel dreigt bij herhaling niet te zullen spelen. De toon is gezet: het toch al zo voorgetrokken Argentinië mag onder geen beding verliezen. In die uiterst vijandige sfeer raakt Rob Rensenbrink, op een vrije trap van Ruud Krol, na 90 minuten en 14 seconden de paal naast doelman Ubaldo Fillol. Bij een stand van 1-1, uit een vrij kansloze hoek. Ook hij betreurt de pech, maar verwijt zichzelf niets. Het is al pure kunst dat hij in die situatie zo dicht de zege nadert. Ach, zal hij later opmerken, het was geen open kans en de scheidsrechter was daarna net zo lang nog doorgegaan, tot het 2-2 zou zijn geworden.

In de necrologie van Rob Rensenbrink, vrijdag overleden op 72-jarige leeftijd, mag dit voorval absoluut niet overheersen. Geboren op 3 juli 1947 in Amsterdam, ruim twee maanden na Johan Cruijff in dezelfde stad, ontbolsterde hij in België tot de beste linksbuiten aller tijden. Passend in het exclusieve rijtje met Coen Moulijn en Piet Keizer. Dribbelaars tot in de perfectie, klassiek van aard maar ook weer verschillend van stijl. Hij werd betiteld als slangenmens, vanwege zijn gekronkel langs tegenstanders, maar zijn techniek langs de lijn fluisterde hem veel meer hoogstandjes in.

De brille van Rensenbrink deed niet onder voor Cruijff

De schoonheid van zijn spel werd regelmatig vergeleken met een gedicht, zo boeiend en kunstzinnig. Soms wat overdreven, maar de brille van Rob Rensenbrink deed niet onder voor de magie van Johan Cruijff. Hij stond in twee WK-finales, maar in 1974 was hij onvoldoende fit en moest in de rust opgeven. In West-Duitsland gaf Rinus Michels op links een keer de voorkeur aan Piet Keizer, tegen Zweden, met 0-0 als waarschuwing. In 46 interlands scoorde hij 14 maal.

In België excelleerde hij bij Anderlecht, waar hij van 1971 tot 1980 het paars-wit met trots diende. Drie landstitels, twee keer de Europa Cup II en de Super Cup. Ook twee doelpunten in de finale tegen West Ham United en tegen Austria Wien. Zijn 43 optredens op het Europese podium lardeerde hij met 31 doelpunten. Niet uitsluitend ingeschoten met links, maar net zo soepel met rechts of met het hoofd. Een allrounder op de vleugel, veelal ongrijpbaar maar soms ook afwezig en wegdromend in zijn eigen bubbel.

In 2012 werd bij hem een afgeleide aangetroffen van een ernstige spierziekte. Rob Rensenbrink, toch al media-schuw, liefkoosde nog meer de luwte van Oostzaan. Eind vorige week verslechterde ineens zijn ziekte. Met zijn overlijden stierf ook de laatste authentieke en ouderwetse linksbuiten uit.

LEX MULLER