Opinie: "Legioen moet beseffen dat de wederopbouw van Oranje nog voortduurt"
Inhoudsopgave
Lex Muller is al tientallen jaren bekend als sportjournalist, werkte 20 jaar bij het Algemeen Dagblad. Later bij de televisie. Bezocht WK's en EK's vanaf 1974. Door de wol geverfd heet dat. Wekelijks maakt Lex een 'opinie' voor Voetbalflitsen.
"Wederom cultiveerde Oranje de reputatie van verliezende finalist. In het toernooi om de Nations League herleefde de herinnering aan het WK van 1974, 1978 en 2010. Voor de vierde keer ontving het met zichtbaar ongenoegen het zilver voor de tweede plaats. Zowel het team als Ronald Koeman baalde van de nederlaag tegen Portugal. ‘Ik heb een hekel aan verliezen’, erkende de bondscoach bedrukt.
Portugal, twee jaar eerder Europees kampioen in Frankrijk, pakte het slim aan in de finale tegen Nederland. Goed gegroepeerd ving het de aanvallend ingestelde tegenstander op en counterde volgens het beproefde concept. De ontknoping op deze aangename avond in Porto zou niet veel doelpunten in de aanbieding hebben. De 1-0 van Goncalo Guedes na exact een uur bleek dan ook beslissend en beloonde de gerechtvaardigde winnaar.
Accepteren
Oranje had moeite de ontgoocheling te accepteren. Het klampte zich, begrijpelijk, vast aan de overtuigende campagne in dit mini-EK, met nog steeds een vage status. Het toernooi voldoet als alternatief voor de vele nutteloze oefenwedstrijden, maar ontbeert de allure van de tweejaarlijkse cyclus in Europa of voor de Mundial. Drie van de vier landen in de eindfase vertoonden merkbaar de sporen van een erg lang en slopend seizoen. Alleen Portugal, met zijn zuinige tactiek, had nog redelijk wat energie over.
De ploeg van Koeman moest tot voorbij het gaatje gaan tegen Engeland en kon pas in de verlenging doordrukken. Waarbij de opponent steeds verder wegzakte in zijn vergeefse strijd tegen de vermoeidheid en met knullige fouten de uitputting amper nog kon maskeren. Ook in dat duel openbaarden zich de gebreken bij Nederland, met name in de aanval, maar dankzij de late zege verdwenen ze uiteindelijk onder het tapijt. Bovendien viel Quincy Promes met bezieling in en hielp de vrij afwezige Memphis Depay de invaller nog aan een waardevolle bijdrage.
Reanimatie
In de roes van de door de bondscoach afgedwongen reanimatie raakte het besef zoek dat het elftal nog immer in opbouw verkeert. Zeg maar dat Koeman zo’n beetje halverwege zijn creatie heeft gemodelleerd, maar dat er nu al niet meteen weer een schier onoverwinnelijke formatie op het veld staat. Iets te vroeg werd aangenomen dat Oranje elke topploeg simpel kan wegblazen, dankzij de mix van talent en veerkracht. In het bijzonder in de voorhoede schort het hoe dan ook aan bruikbare spitsen.
De wederopbouw is op het middenveld geslaagd en goeddeels voltooid, met een ruim aanbod. In types als Frenkie de Jong en (reserve) Donny van de Beek schuilt sowieso de nodige rek. Ook de verdediging leunt op een imponerend blok, met aanvoerder Virgil van Dijk, Matthijs de Ligt en de herboren Daley Blind. De positie van rechtsachter vraagt niettemin nog steeds om bezinning, want Denzel Dumfries kopieerde tegen Portugal het verval in de tweede helft van de competitie bij PSV. Hier en daar weerklonk alweer de roep om Ajacied Joël Veltman.
Nabeschouwing
Doelman Jasper Cillissen had schuld aan de enige treffer van de Portugezen, maar lijkt toch de meest solide en betrouwbare keuze. In zijn nabeschouwing beaamde Koeman dat hij zich nog wel degelijk zorgen maakt over de potentie in de aanval. Memphis blijft een gemaakte nummer negen, maar de ware zwakte pijnigde de vleugels van het team. Ryan Babel op links is en blijft discutabel als international. Steven Bergwijn op rechts is met zijn 21 jaar danig grillig en instabiel, en is duidelijk toe aan een vervolg in zijn in Eindhoven voltooide opleiding. Ook Promes heeft nog niet recht op een vaste plaats.
Dat is al met al de les van de Nations League. Het nationale elftal heeft de crisis definitief afgeschud, maar vooral het legioen moet zich realiseren dat het feest nog niet is losgebarsten. Oranje telt weer mee, zal zich heus wel kwalificeren voor het EK van 2020, maar geldt absoluut nog niet als favoriet voor de finale op Wembley.
LEX MULLER