Aanvoerders en trainers Eredivisie: Rol van VAR moet kleiner

De rol die de VAR speelt tijdens wedstrijden in de Eredivisie mag wel wat kleiner. Dat vinden trainers en aanvoerders van de Nederlandse clubs, zo blijkt uit onderzoek van het Algemeen Dagblad. De videoscheids hoeft niet helemaal te verdwijnen, maar de mannen achter het scherm moeten 'terughoudender' worden.

Volgens de krant komt tweederde van de spelers tot de conclusie dat de invloed momenteel te groot is. PEC Zwolle-trainer John Stegeman vindt dat de VAR alleen moet optreden in extreme gevallen. "Zoals bal wel of niet over de lijn, een donkerrode kaart die de scheidsrechter over het hoofd ziet of het afkeuren van een buitenspeldoelpunt."

100% zeker

Ook Heracles-aanvoerder Robin Pröpper vindt dat de mannen in Zeist zich minder vaak moeten bemoeien met het spel: "Alleen als de VAR ergens honderd procent zeker van is, moet er ingegrepen worden." Deze mening wordt gedeeld door de meeste spelers en trainers op het hoogste niveau in Nederland. En dat terwijl velen van hen eerst nog vóór de videoscheids waren.

Duidelijk fout

Volgens Dick van Egmond, coördinator scheidsrechterszaken bij de KNVB, moet de VAR alleen ingrijpen als er iets duidelijk fout gaat. "Maar duidelijk fout is toch een kwestie van interpretatie en daarover blijft discussie. Naast de situaties die voor iedereen duidelijk zijn, zijn er ook tal van situaties die veel mensen duidelijk fout vinden, maar anderen niet. Ook scheidsrechters denken niet altijd hetzelfde over een situatie", legt de scheidsrechtersbaas uit.

Een voorbeeld van hoe het er aan toegaat bij de VAR: