Thijs Zonneveld schrijft normaal gesproken (columns) over wielrennen, maar na de uitstekende prestatie van Ajax tegen Bayern München, maakt hij graag een uitzondering. In zijn column voor het Algemeen Dagblad steekt hij de loftrompet voor Hakim Ziyech: "Wat hij dinsdagavond deed, was niet voetballen maar toveren."

Toveren met Ziyech

"Wat Ziyech afgelopen dinsdag deed in de Champions League-wedstrijd tegen Bayern was geen voetballen. Het was toveren, met zijn linkervoet als staf. Lichaamsschijnbewegingen, panna’s, steekballetjes waar je uren naar kunt kijken zonder ze te begrijpen. En alles met een achteloosheid alsof hij op een pleintje met zijn vrienden balde. Die ene pass, vanuit stilstand gegeven, over de breedte van het veld, was nóg mooier omdat hij wegwandelde met de allesverzengende zekerheid dat de bal op de centimeter precies zou landen waar hij dat wilde."

Streling voor het oog

"Er is genoeg op de voetballer Ziyech aan te merken, want er is op alle voetballers genoeg aan te merken. Maar het is een streling voor het oog om hem te zien toveren met de bal. En net zo goed om hem zichzelf uit de naad te zien spelen voor zijn elftal. Want ook al floten zijn eigen supporters hem uit, ook al krijgt hij van alle kanten kritiek, ook al werd hij – onbegrijpelijk genoeg – in de ­afgelopen winter niet opgepikt door een grote, buitenlandse club: hij staat er nog steeds. En hoe."