"Als ik 'ja, is goed' had gezegd, was ik nu nog trainer van ADO geweest"

Aleksandar Rankovic blikt vier maanden na zijn ontslag bij ADO Den Haag terug op zijn periode als trainer bij de Residentieclub. De oefenmeester is van mening dat hij niets te zeggen had en was het oneens met verschillende keuzes van het Technische Hart van ADO. 

Rankovic stapte vlak voor de start van het nieuwe seizoen uit dat orgaan, waarin Martin Jol de leiding had. "Langzaam zag ik dat wat ik op tafel bracht niet serieus genomen werd", laat de 42-jarige Serviër weten in een uitgebreid interview met Voetbal International. "In het Technisch Hart kwam iedereen met namen, maar zij bepaalden wie er kwamen. Daar is te veel risico in genomen met spelers die ik nooit zelf heb gezien". 

Dat Jol zichzelf vervolgens op de borst klopte, vond de voormalig profvoetballer van onder meer Vitesse en ADO Den Haag helemaal niet leuk: "Het hoofd van het Technisch Hart riep dat we op elke plek versterkt waren en de beste selectie van de laatste tien jaar hadden. Dat riep Jol in de krant en dat deed me pijn. Het maakte me echt boos". 

Ontslag

De trainer werd uiteindelijk de laan uit gestuurd. Hij heeft het gevoel dat hij dat ontslag had kunnen tegenhouden: "Als ik 'ja, is goed' had gezegd, was ik nu nog trainer van ADO geweest. Maar zo ben ik niet. Dat kan ik niet veranderen. Ik probeer rechtvaardig te zijn en mensen in de ogen te kijken. Sommigen vinden dat leuk en anderen niet. Ik kan en wil geen rol spelen".