'Je moeder is een hoer', Lurling kon wel lachen om spreekkoren: "Ze heeft veel klanten gehad kennelijk"

Anthony Lurling was als voetballer even gehaat als dat hij geliefd was. Bij Den Bosch (1994-1999) en Heerenveen (1999-2002) was hij de publiekslieveling, maar bij Feyenoord (2002-2005) werd hij regelmatig uitgejoeld: "Dit was ik helemaal niet gewend. Ik dacht: laat ik maar niet te veel risico in mijn spel leggen. Dan kunnen ze ook niet fluiten."

"Voor de wedstrijd dacht ik bij mezelf: het eerste balcontact móet goed zijn. Dan gaat het dus juist fout. Voetballend kon ik Feyenoord aan, dat weet ik zeker. Maar mentaal niet", vertelt hij tegen De Volkskrant. Bij NAC ging het een stuk beter: "Ik was de lieveling van het publiek. Kon niets fout doen. Ik vlóóg. Hele stadions riepen dat mijn moeder een hoer was. Ik haalde daar kracht uit. Na afloop zei ik voor de camera's: ze moet dan wel een heel goeie zijn geweest, want kennelijk heeft ze veel klanten gehad", lacht hij. "Dat vond iedereen ook wel weer mooi. Maar ik moet wel zeggen: uitgefloten worden door je eigen fans is anders. Dat maakt je machteloos."