Overmars over nasleep van hartinfarct: "Mijn hart is voor 45 procent afgestorven"

Marc Overmars heeft nog altijd veel last van het hartinfarct dat hem eind december trof. De technisch directeur van Antwerp FC laat weten dat zijn hart voor 45 procent is afgestorven.

"Het is lastig. Ik moet naar lucht zoeken als ik veel praat. En mijn focus houden, kost energie. Mijn hart is voor 45 procent afgestorven", vertelt Overmars in gesprek met Het Laatste Nieuws. "Dan hoef ik niet uit te leggen hoe iemand zich voelt. Ik heb zoveel schade opgelopen, dat het niet meer te herstellen valt. Je ziet ook wel hoe ik adem. Maar je moet geen medelijden met me hebben. Ik ben een gelukkig man. En ik sterf liever hier, dan dat ik niets aan het doen ben".

"Ik train met begeleiding hier, maar het is zó zwaar...", voegt de voormalig directeur voetbalzaken van Ajax eraan toe. "Als mensen mij vragen hoe het met me gaat, zeg ik vaak: Een been breken, daar kan je mee omgaan. Ik heb vier keer mijn knieën gescheurd - kruisbandje, kraakbeen... - maar dit is een andere blessure. Ik moet mijn krachten goed verdelen. Als er een paar belangrijke punten of afspraken op de agenda staan, dan focus ik me daarop. Om dan de dag erna even te recupereren".

Overmars durft niet te zeggen hoelang hij nog werkzaam is in de voetballerij. "Tien is wel veel... Want dat ik door dit vroeger op pensioen zal gaan, daar ben ik intussen al achter. Ach, het is het leven. Iedereen krijgt tegenslagen te verwerken. Of je moet door de mazen van het net zijn geglipt".

Sinds zijn komst naar Antwerp FC in maart vorig jaar kende Overmars ook succes. Zo werd afgelopen week de beker gewonnen. Daarnaast maakt 'The Great Old' nog altijd kans op de landstitel. "Mijn ultieme droom is om het muziekje van de Champions League in dit stadion te horen, maar daar zijn we op dit moment nog niet klaar voor", geeft Overmars eerlijk toe. "Ik zou graag iets anders zeggen, want de Champions League is het mooiste wat er is. Alleen hebben we daar voorlopig nog niets te zoeken. Kijk, voor mij gaat het eigenlijk wat té snel. Ik ben een beetje bang: het gaat té goed. Maar dat geeft natuurlijk niet".