Nu de loting voor het WK 2026 eraan komt kunnen we weer dromen van het Nederlands Elftal als wereldkampioen. Een goede loting helpt daarbij, dus puzzelden wij alvast de droomloting voor Oranje bij elkaar.. We volgen wél netjes de officiële lotingsregels en potindeling, maar vullen de uitkomst zo in dat het voor Nederland zo gunstig mogelijk is. Vink jij af tijdens de echte loting? (Tekst gaat verder na de afbeelding)

De lotingsregels voor het WK 2026: hier houden we ons aan
Het WK 2026 wordt voor het eerst gespeeld met 48 landen, verdeeld over 12 groepen van 4 teams (A t/m L). Voor de loting gebruikt de organisatie vier potten met elk 12 landen. Elke groep krijgt precies één land uit iedere pot: één uit pot 1, één uit pot 2, één uit pot 3 en één uit pot 4.
De indeling in de potten is gebaseerd op de FIFA-wereldranglijst en het feit dat de drie gastlanden (Canada, Mexico en Verenigde Staten) automatisch in pot 1 zitten. Daarnaast gelden er confederatieregels:
- Teams uit dezelfde confederatie mogen niet in dezelfde groep zitten, behalve Europa.
- In elke groep mogen maximaal twee Europese landen (UEFA) terechtkomen.
- De top-4 landen van de FIFA ranglijst (op dit moment Argentinië, Engeland, Frankrijk en Spanje) worden zo ingedeeld dat ze vanaf de knock-out fase (als ze hun groep winnen) pas in de halve finale kunnen treffen.
Nederland zit in pot 1. Dat betekent dat Oranje in de groepsfase geen andere pot-1-landen (gastlanden Canad, Mexico en de Verenigde Staten plus Argentinië, België, Brazilië, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Portugal en Spanje) kan treffen. In dit artikel houden we ons volledig aan die regels en de potindeling zoals die al bekend is, maar draaien we de balletjes zó dat het voor Nederland een droomroute wordt. Alles hieronder is dus hypothetisch en bedoeld om de kans zo groot mogelijk te maken dat Nederland nu eindelijk wereldkampioen wordt.
De loting: Oranje in Groep I met de ideale tegenstanders
Als we naar de loting voor het WK 2026 in Washington kijken en we de glitter en glamour gehad hebben is het tijd voor de balletjes: Nederland komt terecht in Groep I als I1, dus als groepshoofd.
In ons ideale scenario ziet Groep I er zo uit:
- Nederland (pot 1, UEFA)
- Australië (pot 2, AFC)
- Qatar (pot 3, AFC)
- Jordanië (pot 4, AFC)
Dit voldoet 100% aan de regels: maar één Europees land in de groep, en drie landen uit dezelfde niet-Europese confederatie (AFC) mag gewoon. Geen Zuid-Amerikaanse topper, geen Afrikaanse powerhouse, geen tweede Europees topteam. Op papier is dit een poule waar Oranje zich niet in hoeft te verstoppen.
Groepsfase: negen uit negen voor Oranje
In deze droomroute doet Nederland precies wat je van een pot-1-land hoopt: geen gekke uitglijders, gewoon doorknallen.
Wedstrijd 1: Nederland – Jordanië
Oranje begint rustig maar scherp, wint met 3-0 en zet meteen de toon in de groep. Professioneel, weinig risico, prima start. Hoewel Nederland nog nooit een officiële wedstrijd tegen Jordanië speelde lijkt deze uitslag mogelijk.
Wedstrijd 2: Nederland – Qatar
De tweede groepswedstrijd wordt een gecontroleerde 2–0. Daarmee zou een herhaling van het resultaat van de enige officiële interland herhaald worden. Op het WK 2022 werd het namelijk in de groepsfase 2-0 voor Oranje.
Wedstrijd 3: Nederland – Australië
Op papier de lastigste tegenstander. Australië moet resultaat halen om door te gaan, opent daardoor aanvallender en geeft ruimte weg. Nederland profiteert en wint met 2–1.Dat is nog geen uitgemaakte zaak, want in de vier interlands die de Nederlanders tegen down-under speelden werd er 1 keer gewonnen, 2 keer gelijk gespeeld en 1 keer verloren. (ook het doelsaldo is met 5-5 exact in evenwicht), maar dragdromen mag.
Eindstand Groep I in dit ideaalplaatje: Nederland 9 punten, doelsaldo +6. Groepswinst binnen, vertrouwen op peil, en geen overbodige inspanning richting de knock-outfase.
Round of 32: loot Nederland op het WK 2026v een gunstige nummer drie?
In het officiële speelschema speelt de winnaar van Groep I in de eerste knock-outronde tegen een nummer drie uit een andere groep. Dat is precies wat je wilt: geen andere groepswinnaar en geen directe clash met een sterke nummer twee.
In onze droomroute komt daar een sympathieke underdog uit rollen: Nieuw-Zeeland, dat als beste nummer drie is doorgeschoven.
Round of 32: Nederland – Nieuw-Zeeland
Oranje speelt volwassen en zakelijk, geeft weinig weg en wint met 2–0. Geen verlenging, geen penalty’s, weinig kaarten: energetisch een perfecte wedstrijd richting de laatste zestien. Ook hier zouden we weer een eerste officiële interland tussen Nederland en haar tegenstander zien, maar gezien de historie moet ook dit te doen zijn.
Tijd om ons op te maken voor het serieuze werk.
Achtste finale: Oostenrijk op karakter, Nederland op kwaliteit
Het speelschema koppelt Nederland nu aan de winnaar van een duel tussen twee subtoppers. In dit verhaal wordt dat Oostenrijk, dat na een zware strijd en verlenging net door is.
Achtste finale: Nederland – Oostenrijk
Oostenrijk is moe, Nederland fris. Oranje domineert grote delen van de wedstrijd en wint met 2–1. Een tegengoal in de slotfase zorgt kort voor spanning, maar er is geen moment serieus gevoel dat het misgaat. Op basis van de statistieken hoeft dit ook niet, want Oranje won in onderlinge ontmoetingen 10 keer en verloor 7 keer. Ook het doelsaldo is met 40 voor en 27 een indicatie dat het kan.
Kwartfinale: Ghana op het eind van de sprookjesrun
In de andere tak van deze kwartfinale heeft Ghana een heerlijke underdogrun: door de groepsfase heen geknokt en twee keer na verlenging doorgekomen. Veel romantiek, maar ook veel minuten in de benen.
Kwartfinale: Nederland – Ghana
Oranje komt op tijd op voorsprong, houdt controle en profiteert van de vermoeidheid bij Ghana. Een tweede goal in de slotfase beslist het duel: 2–0. Met twee gewonnen interlands en één gelijk spel zou dit voor Nederland zo maar moeten kunnen. Ook het doelsaldo (5 voor en één tegen) geeft uitzicht op een mooi resultaat.
Daarmee staat Nederland in de halve finale, zonder één keer 120 minuten te hebben hoeven spelen.
Halve finale: klassieker tegen Duitsland
Vanaf de halve finale ontkom je niet meer aan de echte toplanden. In onze dagdroom heeft Duitsland net een zware kwartfinale achter de rug tegen bijvoorbeeld Portugal. Een perfect moment om ze te treffen.
Halve finale: Nederland – Duitsland
Dit is de enige echt zware wedstrijd op weg naar de finale. Nederland speelt één van de beste helften van het toernooi, komt op 2–0, en incasseert pas laat een tegengoal. De eindstand: 2–1 voor Oranje. Spannend genoeg voor de emotie, maar niet fataal. Hier wordt het wel even een angstig momentje in de droom, want met 12 gewonnen en 18 verloren wedstrijden en een doelsaldo van 79 vóór en 90 tegen moet het in deze wedstrijd wel echt meezitten, maar we dromen, weet je nog. Over "weet je nog" gesproken, de halve finale van het EK 1988 ging ook tussen Nederland en (toen nog West) Duitsland. Hoe dat afliep vergeten we nooit meer... (ekst gaat verder na de video)
Finale: Oranje – Japan, kroon op een droomroute
In de andere helft van de boom hebben de absolute grootmachten elkaar al vroeg en vaak geraakt. Denk aan Spanje, Brazilië, Frankrijk en Engeland die elkaar in kwart- en halve finales treffen. Uit die chaos komt een verrassende, maar sterke finalist naar voren: Japan.
Finale: Nederland – Japan
Japan heeft een geweldig toernooi gespeeld, maar in de finale is de tank bijna leeg. Nederland blijft rustig, scoort één keer in de eerste helft en één keer na rust, en wint de WK-finale met 2–0. Deze uitslag moet kunnen, want van de drie ontmoetingen waren er twee voor Oranje en was er één gelijk Ook het doelsaldo (6 voor en 2 tegen) laat ruimte voor zo'n uitslag. Zeker omdat de laatste ontmoeting in 2009 eindigde in een 3-0 overwinning voor Oranje.
Kunnen we dan eindelijk een keer Wereldkampioen worden?
Hier kan je de echte loting voor het WK 2026 live bekijken en jouw jouw gedroomde tegenstanders afvinken.



