Boëtius blikt terug op vertrek bij Feyenoord: "Van Geel belde in Duitsland en hij zei dat ik beter kon tekenen"
Inhoudsopgave
Jean-Paul Boëtius heeft een boekje open gedaan over zijn vertrek bij Feyenoord. De aanvaller werd aan het begin van dit seizoen de deur gewezen door de Rotterdammers, één jaar nadat hij was teruggekeerd in De Kuip. Hij raakte uit de gratie na twee incidenten.
Het begon tijdens de voorbereiding, na een oefenwedstrijd van Feyenoord tegen Fenerbahçe. "Ik zat de hele wedstrijd op de reservebank en vertelde dat ik geen trek had in een training met de wisselspelers na afloop. Ik begreep gewoon niet dat ik helemaal naar Turkije was gevlogen voor een oefenwedstrijd waarin ik niet in actie hoefde te komen", doet Boëtius zijn verhaal in het Algemeen Dagblad.
Vervolgens kreeg de aanvaller een rode kaart in de eerste wedstrijd van het seizoen op bezoek bij De Graafschap. "We stonden op het punt te verliezen tegen een ploeg die uit de eerste divisie kwam. Ik maakte zelf een lichte overtreding en ik kreeg meteen geel van Pol van Boekel. Toen klapte ik cynisch in mijn handen en kon ik met een tweede gele kaart op zak douchen. Heel dom. Dat vonden mijn medespelers ook."
'De poort was dicht'
Het Duitse FSV Mainz toonde interesse en bood een uitweg. "Martin van Geel belde mij in Duitsland en hij zei dat ik beter kon tekenen. Hij had nog eens met Gio gesproken en ik zou geen kans meer krijgen. Ik vertelde dat ik veel vertrouwen in mezelf had en dat ik die kans in de Kuip wel weer zou afdwingen. Daarna belde Van Bronckhorst. De poort was dicht, zei hij. Ik kon maar beter tekenen bij FSV Mainz.”