OPINIE: Weg naar EK 2020 ligt weer helemaal open voor het Nederlands elftal

Lex Muller is al tientallen jaren bekend als sportjournalist, werkte 20 jaar bij het Algemeen Dagblad. Later bij de televisie. Bezocht WK's en EK's vanaf 1974. Door de wol geverfd heet dat. Wekelijks maakt Lex een 'opinie' voor Voetbalflitsen.

Historische avond

Het zicht op het EK klaarde een stuk op voor het Nederlands elftal. Het staat weliswaar nog derde, drie punten achter op zowel Duitsland als Noord-Ierland. Maar ook met een wedstrijd meer te gaan. Qua doelsaldo naderde het eveneens de concurrentie in groep C van de kwalificatie: plus negen tegen plus elf en drie voor de twee doelwitten. Oranje scoorde immers in totaal achtmaal, ofwel vier tegen de Mannschaft en hetzelfde aantal tegen Estland. Let wel, in beide gevallen uit. Het kwartet in Hamburg imponeerde uiteraard merkbaar meer dan in Tallinn. De klassieker tegen de oosterbuur draaide weer eens uit op een historische avond, een beetje in de geest van de onvergetelijke climax in 1988 in datzelfde stadion.

Opvallend was wel weer de aloude conclusie van een vrij groot verschil tussen de twee helften van beide duels. Tegen Duitsland hikte de ploeg van Ronald Koeman opnieuw tegen een achterstand aan. Slechts 1-0, waar de marge ook ruimer had kunnen zijn. Drie dagen later forceerde alleen de onverslijtbare Ryan Babel de minieme voorsprong tegen Estland. Het is alsof het team als een boemel op gang moet komen.

Slimme wisselen

Vrijdagavond reserveerde Nederland liefst alle doelpunten voor pakweg het laatste half uur. De 1-1 viel in de 59ste minuut, de 4-2 in blessuretijd. In Estland werd de aanvankelijke 2-0 verdubbeld in het slotkwartier. De tegenstand bleek voldoende gesloopt, mede door het slimme wisselen van de bondscoach.

In Hamburg wachtte Koeman met ingrijpen tot de 58ste minuut, in Tallinn nog vijf minuten langer. De impuls van een dubbele wissel tegen de Duitsers kon hij niet langer uitstellen en pakte verbluffend uit. De entree van Davy Pröpper en Donyell Malen voor Denzel Dumfries en Marten de Roon brak het restant aan verzet bij de thuisploeg, die overigens een even matige als angstige indruk achterliet.  

Teks gaat door onder de foto

Onverzadigbare vechtlust

Dat laatste half uur toonde het Nederlands elftal op zijn best. Met veel beweging, druk naar voren, homogeen en met een onverzadigbare vechtlust. Het team van Koeman straalde wederom de gezamenlijke wil uit om het hoogste doel te bereiken. In die periode excelleerde vooral Georginio Wijnaldum, maar ook Frenkie de Jong als ongrijpbare gangmakers. Beiden namen ook deel aan het opvoeren van de score. De overwinning van 4-2 diende een dubbel belang. Niet alleen de revanche voor de nederlaag van 2-3 op 24 maart in Amsterdam, maar naast de drie punten ook nog eens het voordeel van een beter onderling resultaat. Een extra bonus, van meer waarde dan uiteindelijk het complete doelsaldo. Die winst kan wel eens doorslaggevend zijn, als Duitsland zijn laatste drie wedstrijden beloond met negen punten.

Het vervolg voor Oranje in Estland deed feitelijk pijn aan de ogen. Een ploeg die alleen maar wilde tegenhouden, tegen een surplus aan kwaliteit. Als kijkspel viel het bijna niet vol te houden. Gelukkig waren daar de treffers van Babel, de tweede kort na rust. Maar ook in Tallinn moest Koeman de elf weer een zetje geven in de richting van een meer aansprekend succes..

Tekst gaat door onder de foto

Kunstenaar

Steven Berghuis voor Malen werkte minder door dan het invallen van de PSV’er in Hamburg, maar het inspireerde kennelijk Memphis Depay tot de 3-0 en diens assist op Wijnaldum voor de 4-0. De tot spits gebombardeerde kunstenaar staat model voor de potentie van het huidige Oranje. Soms onzichtbaar, dan weer slordig maar bij vlagen geniaal en ongrijpbaar. .

Het Nederlands elftal mag nu uitrusten tot 10 oktober, voor het bezoek van Noord-Ierland in Rotterdam. De huidige nummer twee in de poule, voor het eerst serieus getest door de Duitsers en direct met het eerste verlies geconfronteerd. Als 35ste op de FIFA-ranglijst enigszins de outsider in de groep, maar absoluut niet van dezelfde klasse als Oranje en de Mannschaft.

Vandaar de niet eens meer gewaagde conclusie dat Nederland en Duitsland de eerste twee plaatsen zullen claimen in de groep en zich derhalve plaatsen voor het EK van 2020. Om daarna uit te kijken naar de ware testcase voor Oranje, hoe ver het werkelijk weer kan reiken op een groot toernooi.

LEX MULLER