Opinie van de Week: Nederland moet zich schamen voor de 34ste plaats in Europa

Lex Muller is al tientallen jaren bekend als sportjournalist, werkte 20 jaar bij het Algemeen Dagblad. Later bij de televisie. Bezocht WK's en EK's vanaf 1974. Door de wol geverfd heet dat. Wekelijks maakt Lex een 'opinie' voor Voetbalflitsen.

De vrije val van het Nederlands voetbal in Europa lijkt niet te stoppen. Met als bijna zekere consequentie dat de landskampioen in de zomer van 2019 ook al voorronden moet afwerken om toegang te krijgen tot de Champions League. Dat staat reeds vast voor medio 2018, maar stuurt nu aan op directe herhaling.

Het is triest te constateren dat de clubs zo zielig en kleintjes figureren in de twee Europese competities. In de Europa League schraapte Vitesse een enkel schamel punt bijeen tegen Zulte Waregem in België. Voor de rest bundelde het louter nederlagen. Ook Feyenoord ploetert voort door het moeras van de groepsfase in de Champions League. Vier keer verlies, waaronder twee tegen Sjachtar Donetsk. Een representant uit Oekraïne, ooit een onderdeel van de Sovjet-Unie maar tegenwoordig waarachtig sterker dankzij de ruime immigratie van Brazilianen.

Twee zeges in twintig Europese wedstrijden..

Nederland telde ondertussen twintig wedstrijden dit seizoen op Europees niveau. Gestart met vijf clubs haakten FC Utrecht, Ajax en PSV al voor de opening van het bal af. Resteren slechts Feyenoord en Vitesse, die beide rechtstreeks belandden in een poule van de twee toernooien. Het vijftal sprokkelde zegge en schrijve twee overwinningen bijeen en zes gelijke spelen. Goed voor een nietig totaal van 1900 punten.

FC Utrecht leverde als enige twee zeges aan: tegen Valletta FC (3-1) en Zenit St.-Petersburg (1-0). Het droeg ook nog drie remises bij. Ajax offreerde eveneens twee gelijke spelen, tegen Olympique Nice (1-1 en 2-2). Voeg daarbij de 1-1 van Vitesse in Waregem en de oogst aan punten tot nu toe is compleet.

Historisch dieptepunt bereikt: Kazachstan en Cyprus vergaarden meer punten

Een historisch dieptepunt, dat nog lager kan zakken. Want het lijkt haast onvermijdelijk dat Feyenoord en Vitesse voor de winter alweer afscheid nemen en dat overwinteren als een sprookje voorbij fladdert. Catastrofaal voor de toekomst, maar dat klinkt al als een flauwe dooddoener. Oostenrijk pakte Nederland de elfde plaats af op de coëfficiëntenlijst en de twaalfde plek verbant de deelnemer naar het moeizame voorwerk in juli/augustus van 2019. Nog even en hooguit één club betreedt de groepsfase van de Europa League.

Landen als Kazachstan en Cyprus vergaarden meer punten dan de ooit bewonderde voorganger van het totaalvoetbal. Alleen België kwakkelt nog iets meer, maar dat biedt geen enkele troost. De polder dient zich te schamen voor de 34ste plaats in dit seizoen, helaas ook nog eens een momentopname. Het kan derhalve nog erger en dat had al lang aanleiding moeten zijn voor een serieuze bezinning.

Ernst situatie nauwelijks serieus genomen

Hier ter lande klinkt weinig kritiek door op het wekelijkse gemodder in de eredivisie. Integendeel zelfs, de competitie barst immers van de surprises en voldoet zodoende ruimschoots als entertainment. Nochtans neemt de belangstelling in de stadions onderwijl af en valt ook voor de televisie de anderhalf uur amper nog vol te houden. Het spel ontbeert in het bijzonder diepte en snelheid, spanning voor de doelen en hoogstandjes van een aantal virtuozen.

Het lijkt wel dat de ernst van de achteruitgang in Europa niet of nauwelijks serieus wordt genomen. Ook na de laatste nederlaag van Feyenoord roemde trainer Giovanni van Bronckhorst de gestage progressie in de uitvoering. Waar of niet waar, de tegenstander kon het zich zowaar permitteren om regelmatig terug te schakelen naar de laagste versnelling en de tijd te benutten als een soort veredelde training. In dat opzicht was het commentaar van Henk Fraser na de afgang van Vitesse een verademing. Geen enkel excuus diende de blamage af te dekken.

Verlies in Arnhem tegen Zulte Waregem, na veertien speelronden alweer vijftien punten achter op koploper Club Brugge, zou tien jaar terug onmogelijk en in elk geval onverteerbaar zijn geweest in Europees verband. De noodklok zou luid gaan beieren en een heus crisisberaad zou in de kortste tijd de verantwoordelijke trainers ter verantwoording hebben geroepen. En nu? Nu sukkelt de eredivisie zonder enige gene voort in de spelonken van Europa.